Praktijkexamen
Het praktijk examen verloopt zo:
Je maakt eerst kennis met de examinator. Die legt uit hoe je examen verloopt. Hij vraagt je naar het formulier ‘Zelfreflectie’. Dit formulier bespreken jullie met elkaar na afloop van het examen.Je examinator controleert je identiteitsbewijs. Ook checkt de examinator of je bent geslaagd voor je theorie-examen. Vervolgens doe je op het parkeerterrein een ogentest. Daarbij moet je het kenteken van een stilstaande auto kunnen lezen op een afstand van ongeveer 25 meter. Daarna stelt je examinator enkele vragen, ter voorbereiding van de rit. Bijvoorbeeld over het checken van de motorvloeistof of de lampjes op het dashboard. Hierna begint de rit.
- De examinator toetst of je veilig en zelfstandig kunt rijden. En of je voldoende rekening houdt met andere weggebruikers.
- De examinator let onder andere op:je beheersing van de auto
kijkgedrag - of je goed voorrang verleent
- inhalen
- in- en uitvoegen
- rijden op kruispunten en rotondes
- bijzondere verrichtingen
Je krijgt tijdens het examen alle gelegenheid om te laten zien wat je kunt. Helemaal foutloos hoeft niet, het gaat om het totaalbeeld. Belangrijk is hoe je reageert op het overige verkeer en of je de situatie meester bent. Kortom, de examinator bekijkt of je voldoende in huis hebt om veilig en zelfstandig aan het verkeer deel te nemen.
Direct na afloop van de rit krijg je in het CBR-examencentrum te horen of je geslaagd bent.